Op een klein uurtje rijden vanaf New York City richting het noordoosten beginnen de Indian Summer-kleuren zich te ontwikkelen. Een groot assortiment aan kleuren rood, geel en oranje. Hier begint de Indian Summer iets later dan de andere routes, namelijk vanaf oktober tot en met november. Dit heeft te maken met het klimaat en de ligging van de staat Connecticut. Een van de beste plekken om te bezoeken is Litchfield Hills. Route 7 gaat door deze ‘country side’. Litchfield is een leuk plaatsje, maar hiervoor moet je Route 7 wel een stukje verlaten. Er is hier genoeg te zien, je kunt bijvoorbeeld een pumpkin market bezoeken.

Blue Ridge Parkway is een weg van 469 kilometer door verschillende staten. Het grootste deel van deze weg ligt in Virginia. De weg slingert door verschillende beboste gebergtes en daardoor zie je er allerlei kleuren tijdens Indian Summer. Wanneer je hier bent, is een bezoek aan de Natural Bridge zeker de moeite waard. Hier kun je wandelen, watervallen zien en er is een dorpje nagebouwd zoals in het stenen tijdperk. Foamhenge (van piepschuim nagebouwd Stonehenge) ligt hier ook niet ver vandaan. In de omgeving van Roanoke liggen diverse wijngaarden en is er zelfs een wijntrail te volgen; prachtig in de herfsttijd. Peaks of Otter en Otter Creek zijn mooie plekken voor een stop of wandeling. Charlottesville ligt niet ver van de Parkway. Het huis van Thomas Jefferson ligt hier en ook het door hem ontworpen Academic Village (allebei UNESCO Werelderfgoed), maar er zijn diverse wijnhuizen, antiekwinkels en een erg sfeervol centrum waar de lokale markt plaatsvindt met producten uit de regio.

Grand Teton National Park ligt in het noordwesten van de staat Wyoming, een kleine achttien kilometer onder Yellowstone National Park. De belangrijkste toegangsweg is US-89 en is binnen het park 75 kilometer. Interstate 89 wordt binnen de parkgrenzen ook wel Jackson Hole Highway genoemd. Als je het park aan de zuidzijde binnenrijdt, bereik je na dertien kilometer een splitsing met de naam Moose Junction. Dit heet zo omdat hier vaak Mooses te zien zijn. Vanaf die splitsing lopen de Teton Park Road (links) en de Jackson Hole Highway (rechts) min of meer parallel aan elkaar naar het noorden. Een goede stop om de kleuren van de herfst te bekijken is Snake River Overlook. Een plek aan het meer met bomen en bergen op de achtergrond.

Maine, de grootste staat van New England, staat bekend om de dennenbomen. Haar bijnaam luidt niet voor niets The Pine Tree State. Het Acadia National Park heeft een afwisselend landschap, omdat het in de bossen ligt, maar ook aan de kust. In het park komen Amerikaanse adelaars, zwarte beren, vossen, lynxen en coyotes voor. Prachtig om deze dieren, omgeven door herfstkleuren, zich te zien voorbereiden op de winter. De plaats Bar Harbor is een knus vissersdorp met gekleurde huisjes in dit park. Rond de herfst versieren ze het dorp met hooibalen, pompoenen, vogelverschrikkers en andere herfstspullen.

Highway 3 in Alaska gaat een groot deel door het Denali National Park and Preserve. In dit park ligt de hoogste berg van Noord-Amerika, Mount McKinley. Hier begint de herfst vroeg, eind augustus. De eerste sneeuw valt soms al half september, maar er ligt op de hoogste pieken altijd sneeuw. Wil je hier de herfstkleuren zien, moet je dus vroeg in september gaan. De bomen en de grassoorten kleuren oranje met op de achtergrond de besneeuwde bergen. Dit geeft een geweldig uitzicht.

Rij de I-91 van Brattleboro naar Newport voor de meest gekleurde route door de Connecticut River Valley of Route 100. Deze brengt je door de Green Mountains in de staat die zich ‘Fall’s Color Capital’ noemt. Beiden zijn scenic routes, waarbij de 100 zelfs door de hele staat gaat. Onderweg genoeg dorpjes en boerderijen waar je kaas of maple syrup (soort stroop van ahornsuiker) kunt kopen. Overigens is de staat Vermont de meest beboste staat van de regio New England met tachtig procent aan bossen. Als je toch in dit gebied bent, rij wat westelijker voor het plaatsje Stowe. Hier vind je de Family Von Trapp Lodge. The Sound of Music is gebaseerd op het leven van de familie Von Trapp. In de film vlucht het gezin naar Zwitserland. In werkelijkheid is de familie Von Trapp in de Tweede Wereldoorlog naar Amerika gevlucht en uiteindelijk hebben zij zich gesetteld in Stowe.

De Amerikaanse herfst is juist prachtig op plaatsen waar je het helemaal niet verwacht. Bijvoorbeeld in de Californische wijnstreek tussen Sonoma en Napa Valley. De bladeren vallen hier pas in november, maar als het zover is, zie je de wijnstronken in allerlei kleuren. Het is niet te vergelijken met een andere bestemming. De temperaturen kunnen hier het hele jaar door boven de twintig graden uitkomen. In je t-shirt lopen tussen herfstkleuren met een wijntje in de hand kan hier dus gewoon. Een perfect vakantiegevoel. En je gaat in een maand waarin bijna niemand op vakantie is – er zijn dus weinig toeristen – en zo kun je goedkoper reizen.

Deze afstand kan via twee routes gereden worden, via de Coastal Wine Trail waar je in deze periode de wijnplukkers ziet of via de korte route onder andere door Chicopee waar de Housatonic River doorgaat. Dit gebied werd ontdekt door de pionier Matthew Noble in 1725. Veel bossen zijn hier verdwenen voor landbouw en dorpjes. Je ziet er groene velden en heuvels afgewisseld met dichtbegroeide bossen. De boomkleuren reflecteren in de beekjes en meren. Een fantastisch gezicht. Rond deze tijd halen ze de fruitoogst binnen, waardoor je veel leven ziet op de landerijen en wagens vol cranberries of appels. Je kunt je hart ophalen aan vers fruit of zelfgemaakte jam, appelmoes, appelstroop of cider. Het landschap wisselt af in witte kerkjes, antiekwinkels en houten herenhuizen in allerlei kleuren. De grootste met enorme veranda’s waren eind 1800 van rijke families als de Vanderbilts en Carnegies.

Een verblijf in Great Smoky Mountains is het leukste in Pigeon Forge. Een toeristisch dorp waar Dolly Parton ooit een pretpark begon, Dollywood. Vlakbij ligt Gatlinburg waar vandaan je de Great Smoky Mountains inrijdt. Wanneer je de Fighting Creek Gap Road volgt en afslaat de Wear Cove Gap Road op, dan kom je uit in Wears Valley. Een kleine route die weinig mensen rijden. Daardoor des te mooier door de rust. Je kunt gemakkelijk stoppen en genieten van de uitzichten. Genoeg plekken om een picknick te houden tussen de gekleurde bomen.

Net zoals de meeste mooie Indian Summer-routes ligt ook deze in het noordoosten van Amerika. In de White Mountains ligt een stuk van de Kancamugus Highway tussen Conrad en Lincoln, een National Scenic Byway. Deze weg staat bekend om de vele elanden (Moose) die je er tegenkomt. Je kunt deze highway opnemen in je rondje White Mountains. Dan kom je over de 302, waar je de mooiste, maar wat minder voorkomende boom, de ‘red marple’ vindt. Deze kleurt van geel naar robijnrood. De andere bomen, beuken, berken, eiken en ahorn kleuren naar goud, geel en oranje. Covered bridges in overvloed in dit gebied en in kleuren net zo mooi als de bomen in deze tijd. In het hele rondje liggen vele wandelroutes en je vindt er andere outdoor activiteiten, zoals mountainbiken en zip line kabelbanen. Maar voor wie niet alleen maar outdoor wil, kan shoppen in de Settlers Green Outlet Village, eten op de dinertrein of Flume Gorge bezoeken.