In 2005 brachten de Franse fotografen Yves Marchand en Romain Meffre een schitterend fotoboek uit over een vervallen stad: The Ruins of Detroit. Talloze stadsruïnes, half vergane scholen, stations, fabrieken en woningen zijn in dit boek op prachtige wijze gefotografeerd. De grandeur die deze stad ooit moest hebben gehad, was nog zichtbaar in de foto’s. Wie denkt dat de Fransen een Middeleeuwse Europese stad die ooit welvarend was geweest of ruïne ergens in een dichtbegroeide Zuid-Amerikaanse jungle hadden vastgelegd, heeft het mis. Marchand en Meffre waren in Detroit geweest voor hun boek: deze Amerikaanse miljoenenstad, nog geen honderd jaar geleden het kloppende hart van de auto-industrie. Hoe is het mogelijk dat Detroit in minder dan een eeuw al zijn glorie en pracht verloor? Tijd om terug te kijken naar de geschiedenis van Motor City.
Opkomst van Detroit
Begin twintigste eeuw was Detroit een vrij doorsnee Amerikaanse stad, in 1900 was het met 285.000 inwoners de dertiende grootste stad van het land. Mensen werkten hard voor hun salaris en probeerden zo hun eigen American Dream op te bouwen. Toch werd Detroit geen stad als New York, Chicago of Los Angeles, waar factoren als weelde of het klimaat ervoor zorgden dat deze steden een internationale uitstraling kregen. Net na de Eerste Wereldoorlog groeide Detroit opeens snel: de auto-industrie vestigde zich massaal in en om de stad en bracht honderdduizenden arbeiders mee die in de fabrieken aan de lopende band gingen werken. Deze innovatie werd in 1913 door Henry Ford vervolmaakt, een mijlpaal in de industriële ontwikkeling van Detroit en de Verenigde Staten.
De arbeiders, waaronder velen die afkomstig waren uit de zuidelijke Amerikaanse staten, waren vaak laag geschoold en hun werk aan de lopende band in de fabrieken vereiste ook geen hogere opleiding. Detroit werd overspoeld door arbeiders en de stad kreeg de bijnaam Motor City, naar de ruim tweehonderd fabrieken die er werden gebouwd. Op de fabriek van Ford in Dearborn, nabij Detroit, werkten in 1927 alleen al 90.000 arbeiders. Ter vergelijking: in 2010 woonden er nog slechts 98.000 mensen in Dearborn.
De bloeiperiode van Detroit
In het jaar 1930 woonden er al ruim anderhalf miljoen mensen in Detroit. De Grote Depressie had de stad minder hard getroffen dan andere delen van de VS en door de wapenwedloop van de jaren dertig en de massale industriële inspanningen die hiermee gepaard gingen, werd Detroit nog voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog al het industriële hart van de Verenigde Staten. Tijdens de oorlog zelf werden kosten noch moeite gespaard. Zo liet Ford in de buurt van Detroit een fabriek neerzetten waar vliegtuigen werden gebouwd door veertigduizend arbeiders.
Na de Tweede Wereldoorlog bleef Detroit groeien. Een auto werd voor nagenoeg alle Amerikanen betaalbaar. General Motors, Ford, Chrysler, allemaal waren ze gevestigd in Detroit en boden ze werk aan tienduizenden Amerikanen. Rond 1960 kende Detroit twee miljoen inwoners en hoorde de stad bij de rijkste vijf steden van de Verenigde Staten, aldus Geert Mak in zijn boek ‘Reizen zonder John’. Op zoek naar Amerika’. Niet langer was Detroit puur een industriestad, denk bijvoorbeeld aan de soulmuziek die dankzij het in 1959 opgerichte label ‘Motown’ (een verwijzing naar Motor City) de hele wereld veroverde. Stevie Wonder, The Supremes, The Four Tops, Diana Ross, Marvin Gaye, The Jackson 5, allemaal artiesten die dankzij Motown wereldberoemd werden.
Ondergang van Detroit
Mooie liedjes, zelfs niet die van Motown, duren niet lang en de neergang van Detroit zette zich al voor of tegelijkertijd met de opkomst van de soulmuziek in. Steeds vaker trokken de grote fabrieken uit het stadscentrum weg en vestigden zich aan de rand van de stad of zelfs nog verder weg. De grote fabriekscomplexen raakten leger en leger, zonder dat hier nieuwe infrastructuur voor in de plaats kwam. De autoproducenten zelf raakten verwend: bij gebrek aan concurrentie uit het buitenland werd er steeds minder innovatie toegepast. De enorme groei die ze hadden doorgemaakt begon zich langzaam tegen hen te keren: hoge personeelskosten, grote en dure infrastructuur en afhankelijk van dure olie, zeker vanaf de jaren ’60 toen de oliecrisis toesloeg.
Toen buitenlandse autoproducenten uiteindelijk wel vat begonnen te krijgen op de Amerikaanse markt, met name doordat zij wel technologisch hoogwaardige wagens konden leveren die ook nog eens energiezuinig en prijstechnisch interessant waren, drongen donkere wolken zich samen boven Detroit. General Motors had in 1970 bijna een half miljoen medewerkers in dienst, van wie de meeste in of nabij Detroit werkten. In 2010 waren er nog 52.000 over.
Toch was de achteruitgang van de (Amerikaanse) auto-industrie niet de enige oorzaak die Detroit velde. De vele arbeiders die er werkten, hadden in de bloeiperiode van de industrie bijna allemaal wel een eigen huis kunnen kopen. De kosten daarvan waren voor hen steeds moeilijker op te brengen, waardoor leegstand langzamerhand een probleem werd. De huizencrisis in de 21e eeuw diende velen de genadeslag toe. Wie luchtfoto’s van Detroit bekijkt, ziet waar dit alles toe leidde: vele vervallen huizen, leeg en verrot.
Nog een oorzaak van de val van Detroit vinden we in de raciale ongelijkheid. Veel arbeiders die er kwamen werken, waren afkomstig uit de zuidelijke Amerikaanse staten. Detroit was na de Tweede Wereldoorlog het toneel van heftige rassenrellen en ook de criminaliteit steeg toen de stad steeds armer werd. De stad voerde nog een klassement aan: het was de stad met de meeste onopgeloste moorden in de Verenigde Staten. Voor veel donkere inwoners van de stad bleek de American Dream ook echt een droom te zijn: zij konden niet ontkomen aan de negatieve spiraal van armoede, verloedering en criminaliteit.
Hoe nu verder met Detroit?
In 2013 bereikte Detroit de bodem: de stad werd officieel failliet verklaard, als eerste grote Amerikaanse stad. Een bizar feit, een stad die in minder dan honderd jaar opklom tot één van de rijkste Amerikaanse steden, maar ook keihard weer terugviel. De stad kent vandaag de dag nog steeds een centrum zoals veel andere Amerikaanse steden: wolkenkrabbers, een honkbalstadion, het zijn de bekende items uit vele Amerikaanse skylines. Wie verder kijkt, ziet echter de littekens aanwezig in het uiterlijk van de stad. Vele grote lege plekken kenmerken de stad, parkeerplaatsen die niet gebruikt worden en waar ooit fabrieken stonden.
Het icoon van het verval van Detroit is misschien wel het grootste Michigan Central Station, voltooid in 1913 en destijds het hoogste treinstation ter wereld, een landmark voor de stad. Het ooit prachtige station bestaat nog steeds, maar is al sinds 1988 niet meer in gebruik. De ruimte er rondom is leeg, zoals zoveel in Detroit leeg is.
Detroit: de opkomst en ondergang van Motor City
Hoe nu verder, vraag je je misschien af na het lezen van dit stuk? Er is hoop, zo blijkt. Veel leegstand is al gesloopt in Detroit of staat op de nominatie voor toekomstige sloop. In buurten die ooit vol stonden met prachtige Victoriaanse huizen en nu vooral met onkruid, ontstaan nieuwe initiatieven zoals moestuinen, stadsboerderijen etc. Cultuur en natuur krijgen langzaam maar zeker de stad weer in hun greep. De sporen van de twintigste eeuw zijn echter nog lang niet uitgewist en zullen Detroit wellicht ook nooit meer loslaten. In Motor City is de motor nog lang niet terug opgestart.
Meer lezen over Detroit? Bekijk dan het meer dan 900 bladzijden tellende boek van Pieter Uittenbogaard over Detroit
Andere interessante artikelen:
We slaan de beroemde acteurs en actrices uit Hollywood deze keer over en richten ons…