Nu aan het lezen
Argo: hoe zes Amerikanen ontsnapten uit Iran

Argo: hoe zes Amerikanen ontsnapten uit Iran

Argo

Het gijzelingsdrama bij de Amerikaanse ambassade in Iran (1979) is een donkere bladzijde in de Amerika-historie. Tientallen diplomaten werden door radicale, anti-Westerse opstandelingen gevangen gehouden voor een periode van 444 dagen en vrijgelaten op 20 januari 1981. Een jaar eerder waren er al zes Amerikanen op wonderlijke wijze ontsnapt via de geheime operatie Canadian Caper, in 1997 openbaar gemaakt in verband met het vijftigjarig bestaan van de CIA. Het verhaal geniet vooral bekendheid door de film Argo.

Gijzeling in de Amerikaanse ambassade

Het gijzelingsdrama begint op 4 november 1979 als een grote groep studenten uit woede de ambassade bestormt en bezet. Aanleiding is de Amerikaanse hulp aan de corrupte, pro-Westerse sjah Mohammed Reza Pahlavi, die in januari al het land was ontvlucht vanwege de revolutie. De opstandelingen, die onder aanvoering van radicale geestelijken sympathiseren met ayatolla Khomeini, de man die Iran weer moet omvormen tot een traditionele Islamitische staat, eisen uitlevering van Pahlavi. Zij zien Amerika als de grote boeman en beginnen met protesten op straat. Dat culmineert in de gijzelingscrisis, waarvoor president Jimmy Carter geen diplomatieke oplossing vindt. Tevergeefs stuurt hij in april 1980 elite-commando’s naar Teheran voor een reddingsoperatie, maar dat mislukt. Acht militairen komen om als één van de helikopters crasht. Kort na de inauguratie van de nieuwe president Ronald Reagan laten de Iraanse studenten de 52 overgebleven gijzelaars gaan. Tussentijds waren er al wat mensen vrijgelaten.

ArgoTony Mendez en de CIA

Bob Anders, Joseph & Kathleen Stafford, Mark & Cora Lijek en Henry Schatz verkeren op dat moment al veilig en wel op vertrouwd grondgebied. Met dank aan een huzarenstukje van de Central Intelligence Agency (CIA), sinds 1947 de buitenlandse inlichtingendienst van Amerika. Het is Tony Mendez – de man die in de film Argo wordt gespeeld door Ben Affleck – die eind 1979 met een ingenieus plan op de proppen komt om de zes verdwaalde, ondergedoken Amerikanen – die de ambassade net op tijd wisten te ontvluchten en onderdoken bij omliggende ambassades – naar huis te escorteren. In Langley staat Mendez te boek als de exfil-specialist: iemand die mensen onopgemerkt uit een vijandige omgeving kan halen. Een meester van de vermomming. Per 11 december 1979 is hij de nieuwe chef op de afdeling authenticatie van de Office of Technical Services (OTS) van de CIA: de tak die zich bezighoudt met vermommingen en valse documentatie voor undercoveroperaties wereldwijd. Een geschikt plan is er niet direct, ook omdat een eventuele mislukte missie grote (politieke) gevolgen kan hebben. Voor de Amerikaanse regering zelf, maar vooral ook voor de westerse gijzelaars in Iran. Waakzaamheid is geboden.

Argo
Troy Mendez bij de premiere van Argo

Hulp van Hollywood: Argo fuck yourself!

Duidelijk is wel dat een ontsnapping via Tehran’s Mehrabad Airport een serieuze optie is. Door de recente ontsnapping van een Amerikaanse spion via het streng bewaakte vliegveld van de Iraanse hoofdstad, is er relevante en actuele informatie over de daar geldende veiligheidsprocedures voor handen. Een probleem vormt een al voor de Iraanse Revolutie ingevoerde maatregel: bij aankomst op de luchthaven dienen reizigers twee formulieren in te vullen. De douane houdt het gele papiertje in bezit en de reiziger moet het witte vel bij terugkeer laten zien. En dan is er nog de paspoortkwestie en een legitiem excuusverhaal: hoe laat je zes Amerikanen als niet-Amerikanen van een Iraans vliegveld vol agenten vertrekken zonder problemen?

Tony Mendez zelf komt op het idee om de groep door te laten gaan voor een filmcrew uit Canada, dat in Iran zoekt naar geschikte filmlocaties. Mendez besluit zijn Hollywood-contact John Chambers te raadplegen (Mendez noemde hem in het echt Jerome Calloway), de man die in de film gespeeld wordt door acteur John Goodman. Chambers adviseerde de CIA wel vaker als het aankwam op vermommingen met make-up en andere attributen. Halverwege januari 1980 zetten Mendez, Chambers en nog een derde persoon in vier dagen tijd een fictieve filmmaatschappij op: Studio Six Productions. De kantoren die ze gebruiken, waren vlak daarvoor nog bezet door Michael Douglas die net klaar was met het produceren van The China Syndrome. Bij zijn eerste bezoek aan de studio’s in Californië neemt Mendez 10.000 dollar mee in cash, één van de vele geheime transacties die later nog zou plaatsvinden om de namaakfilm te financieren.

Ze vinden vervolgens een script, gebaseerd op het science fiction-boek Lord of Light, dat in 1967 een award won. Het science fiction-avontuur is lastig te volgen, positief over de Islam en de opkomst van het genre na het succesvolle Star Wars speelt ook een gewichtige rol. Deze zaken maken het verhaal meer dan geschikt voor de dekmantel in Iran. Chambers en Mendez betitelen hun screenplay als Argo, een naam uit de Griekse mythologie die voorkomt in het verhaal van Jason en de Argonauten. In de vele jaren van samenwerking was het Chambers die in bijzijn van Mendez een keer een ‘klop, klop, wie is daar-grap’ maakte, eindigend met de punchline: Argo fuck yourself. Vanaf dat moment gebruikt het CIA-team de term(en) regelmatig om de spanning te breken. Het wordt een soort strijdkreet en is daarnaast de naam van een ontsnappingsvliegtuig in het verhaal van Jason en de Argonauten en dus toepasselijk voor deze reddingsactie.

President geeft groen licht

Op woensdag 23 januari 1980 vraagt Mendez, die een dag eerder al in Europa is gearriveerd, met succes een visum aan bij het Iraanse consulaat in Bonn, op dat moment de hoofdstad van West-Duitsland. Direct laat hij aan Washington DC en Ottawa (Canada is vanaf het begin betrokken bij de operatie) weten dat hij klaar is voor vertrek naar Iran en binnen het uur ontvangt hij officieel toestemming. Dertig minuten later echter krijgt Mendez bericht dat hij nog even geduld moet hebben, want de president wil nog zijn akkoord geven. Na de briefing van Carter ontvangt de CIA-agent dertig minuten later alsnog het verlossende seintje.

‘President has just approved the Finding. You may proceed on your mission to Tehran. Good luck.’

Door slecht weer en vertraging komt Mendez een dag later dan gepland aan op Tehran’s Mehrabad Airport, op vrijdagochtend 25 januari om 05:00 uur. Ook ‘Julio’ zet op dat moment voet op Iraans grondgebied: een CIA-technicus gestationeerd in Europa die de Arabische taal beheerst. En iemand met ervaring als het aankomt op dit soort missies. In de gefingeerde filmcrew – bestaande uit een Europeaan, Latino en zes Canadezen – moet Julio doorgaan voor de Zuid-Amerikaan. Mendez – die als alias Kevin Harkins gebruikt – en zijn compagnon gaan vervolgens met de taxi naar het Sheraton Hotel in Teheran. De volgende stap is het controleren van de vliegtickets bij het kantoor van Swissair in het centrum. De reden dat de CIA had gekozen voor deze maatschappij zat hem in de betrouwbaarheid van de Zwitserse vliegschema’s. Ondertussen zitten een paar stratenblokken verderop meer dan vijftig van Mendez’ landgenoten (en een paar CIA-collega’s) nog altijd gegijzeld.

Ontmoeting met de zes Amerikanen

Mendez en Julio gaan vervolgens opzoek naar de ambassade van Canada waar ambassadeur Ken Taylor al op hen wacht. De ontmoeting met de de zes Amerikanen vindt later plaats in de door hoge muren omringde villa van de Canadese topdiplomaat John Sheardown, even buiten downtown. Hier zitten vier van de zes Amerikanen ondergedoken, de andere twee bij Taylor en diens echtgenote. Na een korte kennismaking legt Mendez het zestal meerdere coververhalen voor. Naast het plan van de filmcrew, had de CIA nog twee andere opties besproken. De Canadezen konden ook doorgaan voor werkloze leraren, op zoek naar werk op internationale scholen of een gezelschap voedseleconomen reizend naar plaatsen in de Derde Wereld. De Amerikanen kiezen voor de filmvariant en besluiten om als groep via de luchthaven te ontsnappen. Mendez licht de betrokken regeringen in over het gekozen plan via de communicatieapparatuur die al eerder het land in was gesmokkeld.

Op zondagavond 27 januari is het verzamelen bij het huis van Sheardown. De ondergedoken Amerikanen maken indruk op Mendez in hun nieuwe hoedanigheid. Om door te gaan voor een filmploeg, heeft iedereen een eigen personage aangenomen. De één is cameraman, de ander regisseur. Mendez had ze daar na de eerste ontmoeting al de benodigde dosssiers voor gegeven. Wat uiterlijke veranderingen zetten de boel extra kracht bij. De Amerikanen hebben zich de afgelopen dagen als ware Hollywood-acteurs ingeleefd in hun rol. Ze moeten elk detail kennen. Een contactpersoon van de Canadese ambassade doet zich die avond voor als Iraans militair en legt het zestal het vuur aan de schenen met allerlei vragen, om ze een idee te geven van wat hen mogelijk te wachten staat op het vliegveld. Vanuit Ottawa krijgt Mendez ondertussen het bericht dat de regeringen blij zijn met het gekozen plan van aanpak. De laatste regel van het kabeltelegram: “See you later, exfiltrator.”

Dag van ontsnapping: Mendez verslaapt zich

De aansluitende ochtend van 28 januari verslaapt Mendez zich in het Sheraton Hotel. Richard, de attaché die hem naar het vliegveld brengt, belt de CIA-agent vanuit de lobby om 03:00 uur wakker. De wekker van Mendez stond op 02:15 uur. Hij ontmoet Bob Anders, Joseph & Kathleen Stafford, Mark & Cora Lijek en Henry Schatz omstreeks 05:00 uur op Tehran’s Mehrabad Airport. De Amerikanen hadden moeite om voldoende accessoires te vinden als overtuigende, geloofwaardige reisbagage. Sommigen plakken stickers op hun koffers met daarop het esdoornblad van Canada, het nationale symbool. Het gezelschap ondervindt weinig problemen met de security checkpoints. Vervelend is wel dat het toestel van Swissair een uur vertraging heeft. Het zestal probeert zich zo onopvallend mogelijk te gedragen. Dat is nog niet zo gemakkelijk, met de naar Amerikanen zoekende agenten in de buurt. Maar door het vroege tijdstip, hiervoor is bewust gekozen, zijn er nog niet zo veel militairen van de nationale garde als normaal. Ook bij het boarden zijn er geen problemen, alles verloopt volgens plan.

Bloody Mary’s in het vliegtuig

Om 08:30 uur is het zover en stijgt het toestel op, met Zürich als bestemming. Eenmaal het Iraanse luchtruim verlaten, klinkt gejuich. Na bijna drie maanden van onderduiken en doodsangsten is het groepje ambassademedewerkers ontsnapt aan de galg. Ze bestellen op deze vroege maandagochtend Bloody Mary’s om het te vieren. Ze hebben hun vrijheid terug, in tegenstelling tot hun landgenoten die nog altijd gevangen zitten in de Amerikaanse ambassade. In Zwitserland worden ze naar een beveiligde plaats in de bergen gebracht, terwijl Mendez en Julio een aansluitende vlucht nemen naar Duitsland. De zes Amerikanen worden nog even in bescherming genomen, voordat ze weer terugkeren naar hun land. De Canadezen – en ambassadeur Taylor in het bijzonder – strijken de eer op omdat Amerikaanse betrokkenheid achterwege dient te blijven.

Ontmoeting met de president

Jimmy Carter
Jimmy Carter

Mendez en Julio ontvangen later de prestigieuze Intelligence Star. Op 12 maart 1980 volgt een ontmoeting met president Carter in het Witte Huis. Later dat jaar nodigt Mendez het zestal in het geheim uit op zijn boerderij voor een reünie. Chambers is daar ook bij aanwezig. De daaropvolgende week zijn de zes en Taylor eregasten bij een honkbalwedstrijd in het Yankee Stadium waarbij ze door 30.000 uitzinnige fans worden toegejuicht. Ook Bob Anders, Joseph & Kathleen Stafford, Mark & Cora Lijek en Henry Schatz ontmoeten de president.

In september 1997 kondigt CIA-directeur George Tenet aan dat de dienst in het kader van het jubileum vijftig agenten onderscheidt en eert vanwege hun unieke, maar tot dan toe altijd geheim gebleven prestaties. Ook Mendez wordt – uit een groep van driehonderd genomineerden – geselecteerd als één van deze zogeheten ‘CIA Trailblazers’. In een interview met CBS Evening News vertelt Mendez voor het eerst het ware verhaal aan het grote publiek.  De operatie krijgt nog meer bekendheid met diverse boeken en de in 2012 uitgebrachte film Argo. De politieke thriller sleepte meerdere awards in de wacht, onder meer een Oscar voor beste film in 2013. Mendez ging in 1990 met pensioen. Hij woont met zijn vrouw Jonna (ook een voormalig CIA-spion) in de Blue Ridge Mountains, in het westen van de staat Maryland. Schilderen is één van zijn hobby’s.

Argo: belangrijke verschillen tussen film en realiteit

Tussen de film en de oorspronkelijke gebeurtenissen in 1979 zitten enkele verschillen:

  • Liep de groep na de bestorming van hun ambassade direct naar de Canadese ambassade?
    Nee. In het echt wilden ze naar de Britse ambassade op zo’n twintig minuten lopen. Door een demonstratie/blokkade kon dat niet. Vijf van de zes doken onder in het appartement van Bob Anders. Henry Schatz sloot later aan, nadat hij eerst bij de Zweden zat. In de week erna wisselden de Amerikanen vijf keer van schuilplaats, eindigend bij de Canadese diplomaat John Sheardown. Joe en Kathy Stafford zouden van daaruit naar het onderkomen van Ken Taylor gaan, de ambassadeur van Canada. Taylor en zijn vrouw kwamen voor in de film, Sheardown niet.
  • Moesten de zes Amerikanen écht op locatiescout in de bazaar? (Scène uit de film: Iraniërs ondervragen de groep op het vliegveld)
    Nee, dat gebeurde alleen in de film.
  • In de film werd de operatie afgeblazen. Hoe zit dat?
    Dat klopt niet. Na groen licht van president Jimmy Carter bleef de missie altijd a go.
  • Werd de groep echt vastgehouden en ondervraagd vlak voor het boarden?
    Nee. De diverse controlepunten leverden geen problemen op. Ook de valse tickets stonden tijdig in het systeem. Het toestel had alleen een uur vertraging.
  • Kwam de Iraanse luchthavenpolitie echt nog achter het opstijgende toestel aan?
    Nee.
  • Gaf Tony Mendez in het echt ook souvenirs van de namaakfilm aan de Iraanse beveiligers?
    Nee.

Bestel de film Argo hier of bekijk hieronder de trailer:

Lees ook:

De beste Amerikaanse filmregisseurs

Bekijk de beste Amerikaanse filmregisseurs

All Day USA

De Amerika bijlage voor Nederland en Vlaanderen met achtergronden, diepgang en verhalen over de Amerikaanse cultuur, politiek, misdaad, actualiteit & lifestyle.

LEES MEER:

Lees ook deze artikelen:

Andy Warhol

De aanslag op Andy Warhol

de moord op John Lennon

De moord op John Lennon

Affiliate marketing

Hey!USA participeert in verschillende affiliate programma’s, in alle transparantie houdt dat in dat Hey!USA commissies ontvangt voor aankopen middels links van attracties, hotels, tickets, vliegtuigmaatschappijen en retail.

 

© 2024 Hey!USA is een merk van Byebye Media CommV. HeyUSA.nl is een productie van Hey!USA B.V.

Alle rechten voorbehouden Hey!USA B.V. Hey!USA, het Hey!USA logo en NWYRK zijn geregistreerde merken van Byebye Media CommV.