Amerika kent een duistere geschiedenis van aanslagen op presidenten en presidentskandidaten. Het hoogste ambt van het land, of de ambitie voor die positie, gaat gepaard met de nodige risico’s. De poging tot moord op Donald Trump vormt geen uitzondering in de Verenigde Staten. Hey!USA zet een paar schokkende gebeurtenissen op een rij.

In Amerika wordt Abraham Lincoln gezien als één van de grootste presidenten ooit, zoniet de grootste. Hij schafte de slavernij af en hield met hangen en wurgen het land bijeen tijdens de Burgeroorlog. Daar was niet iedereen gelukkig mee, onder wie John Wilkes Booth. Lincoln bezocht op Goede Vrijdag 14 april 1865 het Ford’s Theatre in hartje DC om het toneelstuk Our American Cousin te zien. Booth bleek in staat om gewapend de loge binnen te komen waar Lincoln zich bevond. Hij haalde de trekker over en raakte Lincoln in het achterhoofd. De president werd gewond overgebracht naar het Petersen House, direct aan de overkant van het theater. De volgende ochtend overleed Lincoln aan zijn verwondingen. Volgens de overlevering zou één van de aanwezigen hebben gezegd: ‘Now he belongs to the ages’. Zowel het theater als het Petersen House zijn tot op de dag van vandaag te bezoeken.

De 33ste president van Amerika nam in 1945 het stokje over van Franklin D. Roosevelt. In 1950 ontsnapte Harry Truman aan de dood toen twee nationalisten uit Puerto Rico hem van het leven wilden beroven. Door een renovatie van het Witte Huis verbleef Truman in het Blair House, schuin tegenover het Witte Huis. De nationalisten Oscar Collazo en Griselio Torresola belandden in een vuurgevecht met de Secret Service. Een geschrokken Truman stak zijn hoofd uit het raam. Beveiligers gaven de president de opdracht te gaan liggen en voorkwamen daarmee een aanslag op zijn leven.

Vlak voordat de presidentiële limousine met daarin John F. Kennedy en zijn vrouw Jackie bij Dealey Plaza in het centrum van Dallas aankomt, draait gouverneursvrouw Nelly Connally zich om naar JFK en zegt: ‘Mr. President, u kunt niet zeggen dat Dallas niet van u houdt’. Luttele seconden later wordt Kennedy beschoten vanuit het schoolboekenmagazijn aan Dealey Plaza en raakt door een hoofdschot dodelijk verwond. In Parkland Memorial Hospital, op luttele kilometers van het plaats delict, kunnen ze niets meer doen voor Kennedy. Artsen brengen nog wel een noodsnede aan om de stervende president te laten ademen. Amerika rouwt, de foto van het roze, bebloede mantelpakje van Jackie Kennedy naast Lyndon B. Johnson, die de presidentiële eed aflegt in Air Force One, wordt wereldberoemd.


Op de avond van 4 juni 1968 wint Robert F. Kennedy, ‘Bobby’ voor intimi, de voorverkiezingen van Californië. Kennedy zette een stap richting de Democratische kandidatuur voor het Witte Huis en dankte in een afgeladen zaal in de Ambassador Hotel in Los Angeles zijn aanhang. ‘Now it’s onto Chicago and let’s win there’, waren de laatste woorden richting z’n aanhang. Kennedy liep door de keuken en schudde wat handen toen Sirhan Sirhan, ongelukkig met het pro-Israëlische standpunt van RFK, het vuur opende. Een kogel raakte Kennedy in zijn hoofd, waarop hij met grote spoed werd overgebracht naar het Good Samaritan Hospital. Ruim 24 uur later stierf hij aan zijn verwondingen, op slechts 42-jarige leeftijd, het land opnieuw in verbijstering achterlatend na de eerdere moord op zijn broer.

Na een toespraak in september 1975 in San Francisco loopt Gerald R. Ford het hotel uit als Sara Jane Moore de president onder vuur neemt. De kogel passeert Ford op een paar centimeter. Een omstander duikt vervolgens met volle overtuiging op de schutter, maar een tweede schot kan hij niet voorkomen. De 42-jarige taxichauffeur John Ludwig wordt geraakt, maar overleeft, net als Ford, die 17 dagen eerder ook al goed wegkwam bij een aanslag op zijn leven in Sacramento, toen Lynette Fromme hem probeerde dood te schieten. Ford had het presidentschap een jaar eerder overgenomen van Richard Nixon die door de Watergate-affaire was afgetreden. Moore verklaarde in een interview in 2009 dat ze een gewelddadige revolutie wilde ontketenen om verandering in Amerika af te dwingen.

Nog maar een paar maanden is Ronald Reagan president als hij op 30 maart 1981 na een speech in het Washington Hilton Hotel naar buiten loopt en naar aanhangers zwaait. Plotseling klinken er schoten. John Hinckley, die indruk wil maken op actrice Jodie Foster, raakt Reagan. Beveiligers duwen de president direct in de auto en wordt met hoge snelheid naar het ziekenhuis getransporteerd. Als Reagan op de brancard naar binnen wordt gebracht, zegt hij tegen de artsen, met zijn bekende gevoel voor humor: ‘Ik hoop dat jullie allemaal Republikeinen zijn.’ Reagan overleeft de aanslag en ziet een korte opleving van zijn populariteit. Tot op de dag van vandaag er is een plaquette op de muur bij het hotel waar de aanslag plaatsvond.

Tijdens een rally van Donald Trump in Butler, Pennsylvania opende de 20-jarige Thomas Matthew Crooks vanaf het dak van een gebouw op 130 meter van het podium het vuur op Donald Trump, oud-president en presidentskandidaat van de Republikeinse partij. Trump overleefde de aanslag ternauwernood, maar kreeg wel een schampschot te verwerken en liep daarbij een bloedend oor op. Trump handelde snel door naar de grond te duiken. De agenten van de Secret Service vormden vervolgens een menselijk schild om hem meer leed te besparen. Met gebalde vuist en onder begeleiding van de agenten verliet Trump het podium. Op dit moment lopen alle onderzoeken naar de aanslag nog. Volgens de FBI handelde Crooks hoogstwaarschijnlijk alleen.